Monster van Loch Ness
Inleiding
Voor beeldende vorming hebben we de opdracht gekregen om een van de lessen die wij gehad hebben, zelf voor te bereiden als les. Ik heb hierbij gekozen voor de ansichtkaart met een monster van Loch Ness erop.
Beginsituatie
Ieder kind heeft zijn eigen idee van wat een monster is. Met een kroontjespen, Oost-Indische inkt en ecoline hebben de kinderen nog niet gewerkt. De opdracht is geschikt voor groep 7/8.
Onderwijsdoel
Betekenis
Veel kinderen hebben al gehoord van het Monster van Loch Ness. Kinderen die het niet kennen, krijgen te weten wat het verhaal is. De kinderen leren kenmerken van een monster.
Vorm
De kinderen leren verschillende vormen van monsters en wat je met de achtergrond/omgeving kunt doen. Hierbij gebruiken de kinderen vorm, textuur en compositie als beeldaspecten.
Materiaal/techniek
De kinderen leren te tekenen met een kroontjespen en Oost-Indische inkt.
De kinderen leren kleuren te krijgen door water te mengen met ecoline.
Beschouwing
Eerst bekijken de kinderen verschillende afbeeldingen van landschappen en monsters om een idee te krijgen wat voor monster ze willen tekenen en wat voor sfeer ze het plaatje willen geven. Hierbij leren ze wat karakteristieke eigenschappen van een monster zijn.
Werkwijze
De kinderen leren dat er eerst geschetst moet worden voordat de kroontjespennen gebruikt gaan worden. Op een kladblaadje leren de kinderen verschillende texturen tekenen waarmee ze hun monster mee kunnen opvullen. Ook proberen ze op dit blaadje de ecoline uit, zodat ze weten hoe ecoline er op papier uit ziet.
Onderzoek
Naar aanleiding van de afbeeldingen van monsters die de kinderen al hebben gezien, moeten zij kunnen vertellen wat een monster eng maakt. Deze kenmerken passen ze zelf ook toe op hun eigen monster.
Lesopbouw
Voorbereiding
- Voordat de les begint moet er worden klaargezet: A5-papier, kladblaadjes, grijze potloden, gummen, per tweetal een bakje water en een potje Oost-Indische inkt, per groepje een set potjes met ecoline, een bak met genoeg kroontjespennen en kwasten.
- De PowerPoint met uitleg en afbeeldingen is van te voren al gemaakt.
Oriëntatie:
Introductie
De les open ik door een verhaal te vertellen over het monster van Loch Ness. Het is gebaseerd op de echte myrthe, maar om de aandacht te trekken van de kinderen en ze enthousiast te maken, pas ik het op een spannende manier aan. Vervolgens maken we op het bord een woordweb met als woord in het midden 'monster'. Hierdoor worden er al kenmerken genoemd wat een monster eng maakt.
Met het verhaal en woordweb zijn we ongeveer 20 minuten bezig. Hierna leg ik de opdracht uit.
Uitleg:
Informatie
We kijken terug op het woordweb en benoemen wat een monster eng maakt. We kijken daarna naar de afbeeldingen om te kijken of het klopt. Ik laat zien hoe je dit terug zou kunnen brengen in je tekening (verschillende structuren als schubben).
Instructie
We nemen gezamenlijk alle stappen door (schetsen, krootjespen met Oost-Indische inkt, ecoline). Uit elk groepje komt één kind de materialen halen voorin de klas. Ikzelf deel de ecoline uit.
Begeleiding
Als de kinderen aan het werk gaan, loop ik in het begin rond. Ik stel vragen op betrekking tot hun werk. Wat voor monster ze willen maken, hoe ze het eng maken en wat voor sfeer ze de tekening willen geven. N.a.v. de antwoorden geef ik wat tips weg. Als kinderen eerder klaar zijn, kunnen ze beginnen aan het opruimen. Tussentijds geef ik aan hoeveel tijd de kinderen nog hebben.
Afronding
Uit elk groepje brengt iemand de spullen weer naar voren (niet dezelfde als met het uitdelen). Als iedereen opgeruimd heeft, vraag ik wat de kinderen leuk en moeilijk vonden en of ze kunnen vertellen wat ze geleerd hebben.
Juf Karlijn
vrijdag 30 oktober 2015
Monument der wachtende
Bij beeldende vorming kregen we deze keer de opdracht om met chamotteklei een wachtende persoon te boetseren. Dit moest gebeuren vanuit één stuk klei, zodat alle kanten vorm hebben.
Betekenis:
Als ik aan een wachtende persoon denk, zie ik iemand voor me die ergens tegenaan leunt, zijn benen over elkaar heen en het gezicht staat verveelt. Als ik zelf aan het wachten ben, heb ik ook precies zo'n houding.
Toen ik begon met kleien, had ik precies in mijn hoofd wat ik wilde maken. Later kwam ik erachter dat dat niet helemaal zou gaan lukken. Op de foto's is duidelijk te zien wat ik wilde maken en hoe het uiteindelijk is geworden.
Vorm
Alleen op het hoofd heb ik details toegepast bij het beeldje. Hij heeft haar en zijn gezichtsuitdrukking is duidelijk. Verder heb ik de rest glad gelaten, omdat ik niet goed wist wat ik ermee moest doen en ik nog weinig tijd had.
Materiaal
De materialen die ik gebruikt heb, lagen allemaal al klaar. De chamotteklei werd uitgedeeld, net als de placemats waarop we konden kleien. Water heb ik gebruikt om fouten te herstellen en om het lichaam glad te krijgen. De details (het haar en gezicht) heb ik aangebracht met een spateltje. Als laatst heb ik via de onderkant van het beeldje gaten geprikt tot bovenin met een ijzeren prikker. Dit gebeurde zodat de luchtbellen via die weg naar buiten kunnen tijdens het bakken.
Beschouwing
Ik heb mij laten inspireren door afbeeldingen die in de les werden laten zien. Mensen die aan het wachten zijn hebben hun schouders laag, leunen meestal ergens tegenaan en zijn niet al te vrolijk. Door deze kenmerken had ik al snel in mijn hoofd hoe ik mijn beeld eruit wilde laten zien.
Werkwijze
Op de basis- en middelbare school heb ik al eerder met chamotteklei gewerkt. Ik heb van de vorige keren niet onthouden dat je altijd vanuit één stuk moet werken om breuken te voorkomen. Dat is achteraf wel logisch. Ook het walken van de klei was nieuw voor mij. Ik vond het wel lastig om realistische verhoudingen te creëren.
Onderzoek
We begonnen gezamenlijk ons stuk klei te walken zodat alle luchtbellen uit het stuk zouden verdwijnen. Ook wordt de klei hier één stuk van. Vervolgens moesten we er een grote bal van maken om vanuit daar een goede inschatting te kunnen maken hoeveel klei je nodig hebt bij het hoofd en de ledematen. Ik heb eerst alleen de hoeveelheid klei naar de armen en benen geduwd en me nog niet bezig gehouden met vormen. Toen ik daar tevreden over was ben ik me gaan bezig houden met de vormen.
In mijn eerste gedachte hoe ik het beeld wilde maken, staat de man met één hand in zijn zij, met zijn andere leunt hij ergens tegenaan en zijn benen staan gekruist. Dit zie je goed op de eerste foto.
Betekenis:
Als ik aan een wachtende persoon denk, zie ik iemand voor me die ergens tegenaan leunt, zijn benen over elkaar heen en het gezicht staat verveelt. Als ik zelf aan het wachten ben, heb ik ook precies zo'n houding.
Toen ik begon met kleien, had ik precies in mijn hoofd wat ik wilde maken. Later kwam ik erachter dat dat niet helemaal zou gaan lukken. Op de foto's is duidelijk te zien wat ik wilde maken en hoe het uiteindelijk is geworden.
Vorm
Alleen op het hoofd heb ik details toegepast bij het beeldje. Hij heeft haar en zijn gezichtsuitdrukking is duidelijk. Verder heb ik de rest glad gelaten, omdat ik niet goed wist wat ik ermee moest doen en ik nog weinig tijd had.
Materiaal
De materialen die ik gebruikt heb, lagen allemaal al klaar. De chamotteklei werd uitgedeeld, net als de placemats waarop we konden kleien. Water heb ik gebruikt om fouten te herstellen en om het lichaam glad te krijgen. De details (het haar en gezicht) heb ik aangebracht met een spateltje. Als laatst heb ik via de onderkant van het beeldje gaten geprikt tot bovenin met een ijzeren prikker. Dit gebeurde zodat de luchtbellen via die weg naar buiten kunnen tijdens het bakken.
Beschouwing
Ik heb mij laten inspireren door afbeeldingen die in de les werden laten zien. Mensen die aan het wachten zijn hebben hun schouders laag, leunen meestal ergens tegenaan en zijn niet al te vrolijk. Door deze kenmerken had ik al snel in mijn hoofd hoe ik mijn beeld eruit wilde laten zien.
Werkwijze
Op de basis- en middelbare school heb ik al eerder met chamotteklei gewerkt. Ik heb van de vorige keren niet onthouden dat je altijd vanuit één stuk moet werken om breuken te voorkomen. Dat is achteraf wel logisch. Ook het walken van de klei was nieuw voor mij. Ik vond het wel lastig om realistische verhoudingen te creëren.
Onderzoek
We begonnen gezamenlijk ons stuk klei te walken zodat alle luchtbellen uit het stuk zouden verdwijnen. Ook wordt de klei hier één stuk van. Vervolgens moesten we er een grote bal van maken om vanuit daar een goede inschatting te kunnen maken hoeveel klei je nodig hebt bij het hoofd en de ledematen. Ik heb eerst alleen de hoeveelheid klei naar de armen en benen geduwd en me nog niet bezig gehouden met vormen. Toen ik daar tevreden over was ben ik me gaan bezig houden met de vormen.
In mijn eerste gedachte hoe ik het beeld wilde maken, staat de man met één hand in zijn zij, met zijn andere leunt hij ergens tegenaan en zijn benen staan gekruist. Dit zie je goed op de eerste foto.
![]() |
Bron: eigen foto |
Na een tijdje ben ik erachter gekomen dat ik het mezelf heel moeilijk aan het maken was. Het beeldje zou zichzelf moeten dragen en zichzelf in evenwicht houden op één been als ik zijn benen gekruist wilde houden. Ik ben hier lang mee bezig geweest en kwam tot de conclusie dat het me niet ging lukken. Ik heb zijn benen dus aangepast en gewoon naast elkaar gehouden.
Hierna ben ik zijn armen in de goede houding gaan kleien en heb ik details toe gaan voegen (handen).
Toen ik dit gedaan had, ben ik de benen gaan afwerken. Hierbij heb ik schoenen gemaakt en met water de klei glad gemaakt. Het glad maken heb ik over het hele beeldje gedaan.
Ik ben me daarna gaan bezig houden met het hoofd en de details erop. Ik heb mijn meneer haar gegeven, oren en een gezicht. Dit heb ik allemaal gedaan met gebruik van een spateltje.
Tot slot heb ik via de onderkant en onder zijn oksels een stuk of 20 gaten geprikt met een lange ijzeren draad. Dit moest gebeuren zodat tijdens het bakken, de luchtbellen via deze weg naar buiten zouden kunnen en het niet zou barsten.
Bron: eigen foto |
Ik ben niet heel erg tevreden over mijn eindresultaat. Dit komt omdat ik in eerste instantie een heel ander beeld in mijn hoofd had van hoe ik het wilde hebben. Ik vind het jammer dat dat niet ging lukken.
Ik ben ook niet tevreden over de verhoudingen die uiteindelijk te zien zijn in het eindresultaat. Ik vond het lastig realistische verhoudingen aan te houden, Dat zie je bijvoorbeeld duidelijk terug in de grootte van de voeten.
Waar ik wel tevreden over ben, zijn de details op het hoofd van het beeldje. Zijn haar en oren zijn goed gelukt.
donderdag 29 oktober 2015
Muziekopdracht
Liedje inzingen en uitwerking
Grafische partituur
Oriëntatie
|
Introductie: vragen of de kinderen al eens eerder muziekles hebben gehad.
Iedereen gaat achter zijn stoel staan en we doen klassikaal een warming-up.
Doel van de les: aan het einde van de les kunnen de kinderen het lied I like the flowers zingen .
Doel van de les: aan het einde van de les weten de kinderen wat een grafische partituur is en hoe je deze moet lezen.
| |
Uitleg / instructie
|
Voordat ik het liedje laat horen heb ik de volgende woorden op het bord opgeschreven:
Mountains, fire stone, flowers, walk alone, green hills, doewaka, daffodils.
De luistervraag is: In welke volgorde moeten de woorden op het bord?
Vervolgens laat ik het lied 2 keer horen en laat ik ze antwoord geven op de luistervraag.
Tweede luistervraag is: waar gaat het liedje over? Als de kinderen geen antwoord weten laat ik het liedje nog een keer horen.
De grafische partituur deel ik uit.
Het lied aanleren volgens weggeefmethode.
Eerst begin ik en als we het hele lied gedaan hebben, beginnen de kinderen met de eerste zin.
Zodra de kinderen het lied helemaal mee kunnen zingen, herhalen we het nog een keer met z’n allen.
Ongewenst gedrag wordt gecorrigeerd.
Als iemand aan het woord is (praten, niet zingen), is de rest stil.
|
Luisteren en meelezen
Luisteren en schrijven
Luisteren en antwoorden
Luisteren, lezen en zingen Zingen |
Afsluiting
|
We doen met de groep De douchedruppel. Steeds wordt iemand aangewezen waar de druppel wordt gebalanceerd
(bldz. 114, CD nr. 2 track 7 (Speth, M, 2007 Dansspetters 1, Maastricht) )
|
Grafische partituur
Luistervoorbeeld
Stap 1
De kinderen laat ik luisteren naar I like the flowers. Dit is een Engels liedje, waardoor de kinderen gelijk een oefening hebben bij de Engelse taal. Door de luistervraag om de woorden op het bord in je juiste volgorde te zetten, wordt de analytische luisterstijl gestimuleerd.
Stap 2
De kinderen hebben al wat Engels gehad, maar niet veel. Hierdoor zullen zij zich afvragen wat bepaalde woorden betekenen.
Stap 3
Als eerst heb ik een aantal woorden uit de tekst van het liedje op het bord geschreven, De kinderen krijgen het lied twee keer te horen en zullen deze woorden in de juiste volgorde moeten zetten. Nadat we dit gedaan hebben stel ik de vraag waar het liedje over gaat. Ik heb voor deze volgorde gekozen, omdat de kinderen al twee keer het lied aandachtig hebben beluisterd. Als zij het antwoord niet weten op de vraag, zal ik het liedje nog een keer laten horen. Doordat ze het lied nu al een aantal keer gehoord hebben, zullen ze het makkelijker mee kinnen zingen straks.
Stap 4
De kinderen luisteren aandachtig naar de muziek en de tekst, dus analyserend. Ze noteren de volgorde van de woorden op hun blaadje.
Stap 5
Deze opdracht hoort bij het domein 'noteren'. De kinderen geven antwoord op een sorteervraag.
Stap 6
Bij deze opdrachten is geen sprake van coöperatief leren. De opdracht is individueel, omdat alle kinderen uiteindelijk het liedje moeten leren. Het is dus van belang dat iedereen er vanaf het begin zelf mee bezig is.
Stap 7
Met de kinderen wil ik een gekke warming up doen. We schudden alles los en maken ook onze stembanden los door verschillende oefeningen te doen.
Stap 8
Ik schrijf onder de woorden die al op het bord staan, de juiste volgorde. Om de beurt wijs ik steeds iemand aan die het volgende woord mag zeggen. Het antwoord op 'waar gaat het liedje over?' laat ik één iemand vertellen. Als er nog iets aan toe te voegen is, mag iemand anders dat doen.
Stap 1
De kinderen laat ik luisteren naar I like the flowers. Dit is een Engels liedje, waardoor de kinderen gelijk een oefening hebben bij de Engelse taal. Door de luistervraag om de woorden op het bord in je juiste volgorde te zetten, wordt de analytische luisterstijl gestimuleerd.
Stap 2
De kinderen hebben al wat Engels gehad, maar niet veel. Hierdoor zullen zij zich afvragen wat bepaalde woorden betekenen.
Stap 3
Als eerst heb ik een aantal woorden uit de tekst van het liedje op het bord geschreven, De kinderen krijgen het lied twee keer te horen en zullen deze woorden in de juiste volgorde moeten zetten. Nadat we dit gedaan hebben stel ik de vraag waar het liedje over gaat. Ik heb voor deze volgorde gekozen, omdat de kinderen al twee keer het lied aandachtig hebben beluisterd. Als zij het antwoord niet weten op de vraag, zal ik het liedje nog een keer laten horen. Doordat ze het lied nu al een aantal keer gehoord hebben, zullen ze het makkelijker mee kinnen zingen straks.
Stap 4
De kinderen luisteren aandachtig naar de muziek en de tekst, dus analyserend. Ze noteren de volgorde van de woorden op hun blaadje.
Stap 5
Deze opdracht hoort bij het domein 'noteren'. De kinderen geven antwoord op een sorteervraag.
Stap 6
Bij deze opdrachten is geen sprake van coöperatief leren. De opdracht is individueel, omdat alle kinderen uiteindelijk het liedje moeten leren. Het is dus van belang dat iedereen er vanaf het begin zelf mee bezig is.
Stap 7
Met de kinderen wil ik een gekke warming up doen. We schudden alles los en maken ook onze stembanden los door verschillende oefeningen te doen.
Stap 8
Ik schrijf onder de woorden die al op het bord staan, de juiste volgorde. Om de beurt wijs ik steeds iemand aan die het volgende woord mag zeggen. Het antwoord op 'waar gaat het liedje over?' laat ik één iemand vertellen. Als er nog iets aan toe te voegen is, mag iemand anders dat doen.
Het monster van Loch Ness
Bij Beeldende vorming hebben we als tweede opdracht gekregen een ansichtkaart te maken met een angstaanjagend monster van Loch Ness.
Betekenis
De opdracht was: maak een ansichtkaart met het monster van Loch Ness erop afgebeeld. Maak hierbij gebruik van Oost-Indische inkt met ecoline.
Monsters hebben in mijn ogen veel verschillende vormen en maten. Bij 'lieve monsters' worden vaak veel rondingen gebruikt en worden bijvoorbeeld ogen uitvergroot. Enge monsters hebben vaak grote, puntige tanden, schubben, spitse vormen en een grote bek.
Vorm
Mijn monster heb ik eng gemaakt door zijn kop groter te maken en zijn lichaam kleiner. Zijn schubben en vele scherpe tanden maken hem ook eng. Door de kleuren wat donkerder te houden wilde ik een mysterieuze sfeer laten ontstaan. Het monster heb ik centraal en groot afgebeeld, waardoor het indrukwekkender en gevaarlijker is.
Materie
Als eerst heb ik in lichte lijnen de vorm van het monster geschetst met potlood op een dik A3-vel. Vervolgens heb ik een kroontjespen gebruikt om met Oost-Indische inkt de contouren van het monster te tekenen. Hierbij mochten geen duidelijke lijnen gebruikt worden om het lijf aan te geven, maar alleen texturen die het lichaam opvullen. Met ecoline is de tekening afgemaakt.
Ik kan me nog herinneren van mijn eigen basisschooltijd, dat we ook een aantal keer met dezelfde materialen hebben gewerkt. Toentertijd vond ik het heel lastig. Nu ging het me gelukkig wat beter af.
Beschouwing
De foto's hieronder heb ik gebruikt ter inspiratie.
Het lichaam van het monster op de eerste foto vond ik mooi en de schubbige huid van het monster op de tweede foto vond ik enger. Ik heb hier dus een combinatie van gemaakt. Ik vond het zelf ook eng als er stekels aan de punt van zijn staart zouden zitten. Dit heb ik dus zelf toegevoegd.
Werkwijze
Ik heb de stappen gevolgd die bij de instructie besproken zijn. Eerst heb ik dus een schets gemaakt met potlood, vervolgens ben ik deze gaan invullen met texturen. Toen ik hiermee klaas was, heb ik de ecoline erbij gepakt. Ik moest even experimenteren hoe ik de kleuren kreeg die ik wilde hebben. Er was een kleine hoeveelheid ecoline nodig in vergelijking tot de hoeveelheid water,
Onderzoek
Eerst heb ik een schets gemaakt van het monster wat ik wilde maken. Ik ben hier, in vergelijking met de kroontjespen en schilderen met ecoline, lang mee bezig geweest, omdat ik de eerste opzet van het monster het belangrijkst vond.
Betekenis
De opdracht was: maak een ansichtkaart met het monster van Loch Ness erop afgebeeld. Maak hierbij gebruik van Oost-Indische inkt met ecoline.
Monsters hebben in mijn ogen veel verschillende vormen en maten. Bij 'lieve monsters' worden vaak veel rondingen gebruikt en worden bijvoorbeeld ogen uitvergroot. Enge monsters hebben vaak grote, puntige tanden, schubben, spitse vormen en een grote bek.
Vorm
Mijn monster heb ik eng gemaakt door zijn kop groter te maken en zijn lichaam kleiner. Zijn schubben en vele scherpe tanden maken hem ook eng. Door de kleuren wat donkerder te houden wilde ik een mysterieuze sfeer laten ontstaan. Het monster heb ik centraal en groot afgebeeld, waardoor het indrukwekkender en gevaarlijker is.
Materie
Als eerst heb ik in lichte lijnen de vorm van het monster geschetst met potlood op een dik A3-vel. Vervolgens heb ik een kroontjespen gebruikt om met Oost-Indische inkt de contouren van het monster te tekenen. Hierbij mochten geen duidelijke lijnen gebruikt worden om het lijf aan te geven, maar alleen texturen die het lichaam opvullen. Met ecoline is de tekening afgemaakt.
Ik kan me nog herinneren van mijn eigen basisschooltijd, dat we ook een aantal keer met dezelfde materialen hebben gewerkt. Toentertijd vond ik het heel lastig. Nu ging het me gelukkig wat beter af.
Beschouwing
De foto's hieronder heb ik gebruikt ter inspiratie.
![]() |
Bron: google |
![]() |
Bron: google |
Het lichaam van het monster op de eerste foto vond ik mooi en de schubbige huid van het monster op de tweede foto vond ik enger. Ik heb hier dus een combinatie van gemaakt. Ik vond het zelf ook eng als er stekels aan de punt van zijn staart zouden zitten. Dit heb ik dus zelf toegevoegd.
Werkwijze
Ik heb de stappen gevolgd die bij de instructie besproken zijn. Eerst heb ik dus een schets gemaakt met potlood, vervolgens ben ik deze gaan invullen met texturen. Toen ik hiermee klaas was, heb ik de ecoline erbij gepakt. Ik moest even experimenteren hoe ik de kleuren kreeg die ik wilde hebben. Er was een kleine hoeveelheid ecoline nodig in vergelijking tot de hoeveelheid water,
Onderzoek
Eerst heb ik een schets gemaakt van het monster wat ik wilde maken. Ik ben hier, in vergelijking met de kroontjespen en schilderen met ecoline, lang mee bezig geweest, omdat ik de eerste opzet van het monster het belangrijkst vond.
![]() |
Bron: eigen foto |
Hierna ben ik het monster gaan vullen met texturen. Er mochten geen lijnen getrokken worden, dus heb ik het lijf gearceerd. Ik heb hiervoor een soort zeshoekjes gebruikt. Om aan te geven dat de romp groter is dan bijvoorbeeld zijn staart, heb ik de figuurtjes op die plek groter gemaakt dan op zijn staart.
Bron: eigen foto |
Toen ik daar tevreden mee was, ben ik begonnen aan het schilderen met ecoline. Door het water onder het monster donkerder te maken, wilde ik het wat spookachtig laten worden.
Bron: eigen foto |
Ik ben tevreden over mijn tekening, omdat ik het er niet vriendelijk uit vind zien en ik hem binnen de tijd heb afgekregen.
dinsdag 15 september 2015
Park in Herstsfeer
Bij beeldende vorming kregen we de opdracht om een park in herfstsfeer te schilderen met plakkaatverf. De foto die ik heb nageschilderd, staat hieronder.
Betekenis
Toen ik klein was ging ik wel eens met mijn ouders en twee broers in de herfst op zondagmorgen even naar het bos om een frisse neus te halen. Ik vond dat altijd heerlijk en heel mooi. Mijn broers en ik renden achter elkaar aan en raapten de hoedjes van eikelnootjes op. Het was altijd hetzelfde liedje; mijn ouders uiteindelijk boos, omdat wij niet wilden stoppen met op die hoedjes fluiten. Als ik de foto hierboven zie, moet ik daaraan terugdenken.
Het park op de foto heeft heel veel oranje tinten. Hierdoor en door de hoeveelheid blaadjes op de grond, kun je zien dat deze foto echt in de herfst is genomen.
Als de winter voorbij is en de knoppen aan de bomen en struiken beginnen uit te komen, zal het een heel ander plaatje geven.
Vorm
Op de foto staat een boom ver op de voorgrond links van het midden. Rechts en links achter deze boom staan 2 andere bomen die goed uit het plaatje springen. Achter die bomen wordt het vager en staan meer bomen en wordt het meer een bos. Tussen de boomstammen door, boven de horizon zie je een witte vlek wat als pad gezien kan worden en hoger, tussen de takken en bladeren door, is de lucht nog iets te zien.
De twee bomen op de voorgrond wilde ik er duidelijk uit laten springen. In de eerste schets heb ik daar dan ook veel nadruk gelegd.
Materie
Het schilderij heb ik gemaakt op een dik, wit A4-papier. Hierbij heb ik dikke, maar ook dunne kwasten gebruikt. De dikke kwast heb ik vooral gebruikt bij de lucht, de grote bomen en de bladeren op de grond. De dunne heb ik gebruikt om details beter te kunnen weergeven. De verf moest natuurlijk ook gemengd worden, dus dat deed ik in een mengpaneel met wat water. Om de juiste kleuren te krijgen heb ik verschillende mengsels gemaakt met de kleuren wit, rood, blauw, geel en zwart. Ik heb geen andere materialen gebruikt, omdat deze mij niet werden toegewezen.
Beschouwing
Op google heb ik gezocht naar foto's van parken. Vrij snel had ik al een keuze gemaakt. De foto die ik heb gekozen vond ik erg mooi, omdat ik vind dat het rust uitstraalt. Wel heb ik de mensen op de foto in het schilderij weggelaten, omdat ik deze overbodig vond.
Werkwijze
Ik had al een aantal keer met plakkaatverf gewerkt op de basisschool en in een lollige bui met vriendinnen. Hoe je moet mengen, wist ik dus al wel een beetje. Ik vind het wel lastig om op papier te krijgen hoe ik het in gedachten heb.
Onderzoek
De eerste schets is hierboven al laten zien. Ik begonnen met het tekenen van een horizon, iets onder het midden en daarna ben ik de belangrijkste bomen gaan tekenen. Toen ik hier tevreden over was, ben ik eerst begonnen met de licht grijs/blauwe lucht schilderen. Dit heb ik gedaan, omdat dit door de takken heen nog zichtbaar moest zijn en ik dit niet kon doen als er al takken waren neergezet. Na de lucht ben ik begonnen aan de bomen, omdat deze het belangrijkst zijn in het plaatje.
Ik vind mijn schilderij goed gelukt en ben er tevreden mee. Dat komt omdat je duidelijk kan zien door de donkere stronken en de oranje gekleurde bladeren, dat het een bos in de herfst is.
Wat misschien beter had gekund, is meer details in de kruinen van de bomen. Dus wat meer dunne takjes en duidelijkere blaadjes. Maar ik vind het niet storend zoals het nu is.
![]() |
Bron: google |
Toen ik klein was ging ik wel eens met mijn ouders en twee broers in de herfst op zondagmorgen even naar het bos om een frisse neus te halen. Ik vond dat altijd heerlijk en heel mooi. Mijn broers en ik renden achter elkaar aan en raapten de hoedjes van eikelnootjes op. Het was altijd hetzelfde liedje; mijn ouders uiteindelijk boos, omdat wij niet wilden stoppen met op die hoedjes fluiten. Als ik de foto hierboven zie, moet ik daaraan terugdenken.
Het park op de foto heeft heel veel oranje tinten. Hierdoor en door de hoeveelheid blaadjes op de grond, kun je zien dat deze foto echt in de herfst is genomen.
Als de winter voorbij is en de knoppen aan de bomen en struiken beginnen uit te komen, zal het een heel ander plaatje geven.
Vorm
Op de foto staat een boom ver op de voorgrond links van het midden. Rechts en links achter deze boom staan 2 andere bomen die goed uit het plaatje springen. Achter die bomen wordt het vager en staan meer bomen en wordt het meer een bos. Tussen de boomstammen door, boven de horizon zie je een witte vlek wat als pad gezien kan worden en hoger, tussen de takken en bladeren door, is de lucht nog iets te zien.
De twee bomen op de voorgrond wilde ik er duidelijk uit laten springen. In de eerste schets heb ik daar dan ook veel nadruk gelegd.
Bron: eigen foto |
Het schilderij heb ik gemaakt op een dik, wit A4-papier. Hierbij heb ik dikke, maar ook dunne kwasten gebruikt. De dikke kwast heb ik vooral gebruikt bij de lucht, de grote bomen en de bladeren op de grond. De dunne heb ik gebruikt om details beter te kunnen weergeven. De verf moest natuurlijk ook gemengd worden, dus dat deed ik in een mengpaneel met wat water. Om de juiste kleuren te krijgen heb ik verschillende mengsels gemaakt met de kleuren wit, rood, blauw, geel en zwart. Ik heb geen andere materialen gebruikt, omdat deze mij niet werden toegewezen.
Beschouwing
Op google heb ik gezocht naar foto's van parken. Vrij snel had ik al een keuze gemaakt. De foto die ik heb gekozen vond ik erg mooi, omdat ik vind dat het rust uitstraalt. Wel heb ik de mensen op de foto in het schilderij weggelaten, omdat ik deze overbodig vond.
Werkwijze
Ik had al een aantal keer met plakkaatverf gewerkt op de basisschool en in een lollige bui met vriendinnen. Hoe je moet mengen, wist ik dus al wel een beetje. Ik vind het wel lastig om op papier te krijgen hoe ik het in gedachten heb.
Bron: eigen foto |
De eerste schets is hierboven al laten zien. Ik begonnen met het tekenen van een horizon, iets onder het midden en daarna ben ik de belangrijkste bomen gaan tekenen. Toen ik hier tevreden over was, ben ik eerst begonnen met de licht grijs/blauwe lucht schilderen. Dit heb ik gedaan, omdat dit door de takken heen nog zichtbaar moest zijn en ik dit niet kon doen als er al takken waren neergezet. Na de lucht ben ik begonnen aan de bomen, omdat deze het belangrijkst zijn in het plaatje.
Bron: eigen foto |
De bomen heb ik steeds verder uitgebreid met wat vage takken. Daarna heb ik wit met rood en geel gemengd om oranje te krijgen voor de blaadjes op de grond en de bladeren aan de bomen. Op de foto die ik heb nageschilderd zie je links meer rood in de bladeren. Hier heb ik ook wat nadruk op gelegd, omdat ik dit mooi vond.
Wat misschien beter had gekund, is meer details in de kruinen van de bomen. Dus wat meer dunne takjes en duidelijkere blaadjes. Maar ik vind het niet storend zoals het nu is.
vrijdag 11 september 2015
Pianospelen
Een van mijn grootste hobby's mag ik delen met mijn vader, broers en een aantal vriendinnen. De een kan het, de ander zou het graag willen kunnen en sommigen vinden het helemaal niks. Ik heb het over pianospelen. Op mijn achtste ben ik naar pianoles gestuurd door mijn ouders. Ik ging omdat ik moest. Na een aantal jaar les kwam ik er een beetje achter wat ik leuk vond om te spelen. Het pianospelen zelf vond ik ook steeds leuker worden. Nu kan ik vooral goed mijn rust vinden als ik op de kruk ga zitten en kan ik helemaal wegdromen tijdens een stuk.
Hieronder staat een muziekstuk wat gecomponeerd en gespeeld is door Ludovico Einaudi, mijn favoriete pianist.
Hieronder staat een muziekstuk wat gecomponeerd en gespeeld is door Ludovico Einaudi, mijn favoriete pianist.
Abonneren op:
Posts (Atom)